Kattenkwatrijnen


De kwatrijnen kennen een speciaal subgenre: het 'Kattenkwatrijn'.










Nadere toelichting bij het 'Kattenkwatrijn'.
In het algemeen is een kwatrijn een strofe of een zelfstandig gedicht van 4 regels. In het
hiernavolgende zal enkel sprake zijn van het kwatrijn als zelfstandig vers.
In de catalogus van dichtvormen behoort het kattenkwatrijn tot een specifieke categorie.
Zoals de term reeds doet vermoeden, vormt het onderwerp van deze kwatrijnen altijd het fenomeen kat. De kat als wezen, de kat in de natuur, het karakter van de kat, de kat als roofdier (jager), de kat als metafoor, de metafysische kat, de mythische kat, de relatie van katten tot elkaar of tot de mens, de band tussen mens en kat (kameraad), daarnaast wordt soms vanuit het kattenperspectief de kat zelf aan het woord gelaten.
De literatuurhistorie onderscheidt grosso modo twee soorten kwatrijnen: het Oosterse kwatrijn, ook wel Perzisch kwatrijn genoemd naar de Perzische dichter Omar Khayyam, en het Westerse of Europese kwatrijn. Later hoop ik op deze dichter en op een paar Europese (Nederlandse) voorbeelden van kwatrijnendichters en hun werk nader in te gaan.
Het Oosterse kwatrijn is verreweg het oudste en kenmerkt zich door het rijmschema: aaba; het Westerse kwatrijn kent geen vast rijmschema. Het kan gepaard, gekruist, omarmend rijm hebben; het kan slagrijm bevatten of zelfs een blank vers zijn.
Er zijn vooralsnog geen voorbeelden bekend van Oosterse kattenkwatrijnen, maar het onderzoek hiernaar duurt voort.
Het rijmschema van deze categorie is omarmend (abba); met een lichte voorkeur voor vrouwelijk of slepend rijm in de 1e en 4e regel en mannelijk of staand rijm in de beide 'binnenste' regels. De 'buitenste' regels omsluiten als het ware de 3e en de 4e regel en suggereren daarmee een afgerond en afgesloten geheel, waarmee het dier wordt getypeerd: in zichzelf verzonken, ogenschijnlijk afgesloten voor de buitenwereld, vaak in elkaar gerold, dus 'afgerond', dommelend in zijn plekje zonlicht.
Het kattenkwatrijn is speels en luchtig van aard. Klank en metrum moeten iets van de souplesse weergeven die zo kenmerkend is voor de bewegingen van het kattenlijf. Speels en tegelijk geconcentreerd – op het geobsedeerde af – ogenschijnlijk dommelend, maar altijd met een waakzaam oog en oor voor de omgeving, lijkt de kat alle tegendelen in zich te verenigen.
Zo kan dit korte 'light verse' meer lagen bevatten, waarin bijvoorbeeld getoond wordt hoe de mens onderdeel vormt van het grote geheel dat schepping heet en zijn plaats inneemt – naast de katten – als medeschepselen onder elkaar:
'katten zijn ook mensen'.

Het bovenstaande is geschreven met een knipoog naar 'De glanzende kiemcel' van Simon Vestdijk, maar naast die knipoog is mijn diepe liefde voor de kat in het algemeen en die twee van ons in het bijzonder, een bloedserieuze aangelegenheid.










































HAIKU I

Ik zou wel haiku willen schrijven,
maar  ik maak geen schijn van kans
een van die Fuji-toppen te bereiken,
want Hollands matcht niet met Japans.


HAIKU II

Ik volg trouw mijn haikulessen
tot ik de fijnste knepen ken,
maar wat rest is steeds de kwestie
van te zen of niet te zen.


Naast de Kattenkwatrijnen bestaan de KORTDICHTEN uit Kwatrijnen en Haiku. Het is misschien beter om in plaats van 'Haiku' de term 'Senryu' te hanteren. Beide dichtvormen vertonen dezelfde vorm, maar waar de Haiku spiritueler van aard is – meer een product is van het Zen-boeddhisme, is de Senryu aardser – meer gericht op het dagelijkse wel en wee.
Door de hele afdeling KORTDICHTEN heen loopt een lijn kwatrijn versus senryu, die hopelijk het beste geïllustreerd wordt in beide kwatrijnen hierboven. Een 'strijd'die heel ongenuanceerd en bruusk beslecht wordt in de Senryu:


Als het lente wordt
   en de koeiendans begint,
        lijk je wel high, koe.



Maar de Haiku/Senryu zal ooit in zijn volle glorie herrijzen. Ook daarover later veel meer.
Natuurlijk bestaat er ook een speciaal soort Haiku/Senryu (het ligt gecompliceerd hier het onderscheid te bepalen gezien de aard van het dier): de Haikat.

De Haikat (in het meervoud eveneens Haikat) is wat zijn vorm betreft een 'spin off' van de Haiku.
Qua inhoud en karakter staat de Haikat dichter bij de Senryu. Wat wil zeggen dat hij lichter is van toon, speelser.
Het meest wezenlijke onderscheid is echter dat waar de Haiku en zeker de Senryu over ieder willekeurig onderwerp kunnen gaan, de Haikat geheel in het teken staat van de kat.
Hetzelfde kan gezegd worden over de 'kigo', de obligate seizoensaanduiding in de Haiku. Deze vaste verwijzing zal in de Haikat natuurlijk ook altijd op de kat duiden. De inhoud kan beschrijvend zijn, een observatie van het dier, maar kan ook de persoonlijke relatie weergeven van de dichter tot de kat.
De Haikat bestaat uit 3 regels, verdeeld in 5, 7 en weer 5 syllaben. Tussen regel 2 en 3 kan een wending optreden, of een tegenstelling. Hoe en waar die ook gerealiseerd wordt, er moet in een bestek van 3 regels en 17 syllaben een zekere spanning worden opgeroepen, waardoor bij de lezer/luisteraar een kortstondige ontroering ontstaat, de schok van herkenning of verrassing.
Men zou dit een vorm van poëtische satori kunnen noemen. De 'verlichting' die de voleinding is, volgend op het proces van de zen-meditatie.
Het Zen-boeddhisme beschouwt de kat als  een object van meditatie en zelfs als incarnatie van de Zen-gedachte.
Katachtigen kunnen de hele dag intens liggen slapen en dan ineens toeslaan om hun prooi te bemachtigen. Alsof zij zich al die tijd hebben voorbereid op deze actie. Dat 'slapen' wordt vergeleken met de zen-meditatie. Deze meditatie is geconcentreerd op een bepaald doel, met als bedoeling dat er een vereenzelviging, een eenwording, optreedt met dit doel.
Vergelijk dit met het klassieke zen-voorbeeld van het het boogschieten.
De boogschutter gaat mediteren, concentreert zich op de boog, de pijl, de roos. Hij vereenzelvigt zich zo doende met de kunst van het boogschieten. De schutter wordt één met het schieten en kan op die manier de pijl feilloos in de roos plaatsen. Daarbij niet meer gehinderd door zijn persoonlijkheid, angst om te missen, ijdelheid, onzekerheid, competitiedrang, trots op zijn prestatie, superioriteit jegens de tegenstander. of welke andere emotie ook waarbij zijn individualiteit in het geding komt.
Uiteindelijk is niet het treffen van de roos het belangrijkste, maar het mentale proces dat hieraan voorafgaat. Het doel is de geestelijke rijping en de hogere geestelijke staat die men bereikt door deze weg af te leggen.
De Haikat is, in zijn ideale vorm, een sterk geconcentreerde, verbale weergave van dit proces, maar elke poging daartoe is al waardevol, want zij zet een stap in de juiste richting.
Uiteindelijk moet zowel de lezer/luisteraar als de maker de blijde schok ondergaan van wat er zich in het korte bestek van 3 regels en 17 syllaben voltrekt, als in één katachtige beweging.

Om de dynamiek en de vluchtigheid typografisch te visualiseren, volgt hier nog de suggestie de Haikat (maar ook de Haiku en Senryu) als volgt op te schrijven, respectievelijk af te drukken:
3 regels onder elkaar, waarvan de tweede en de derde regel steeds iets inspringen
(bijv. 5 posities). Het beeld dat nu ontstaat, heeft iets fugatisch; daarnaast moet de associatie worden gewekt met de kunst van de Japanse houtgravure, Ukiyo-e, wat betekent: 'Beelden van het vlietende/vluchtige leven'.


HAIKU III

De oude kater
     staart wat in zijn waterbak
          en denkt bij zichzelf.



HAIKU IV

Door hun lichaamstaal
     zijn katten van nature
          al haikudichters.



HAIKU V

Slapende kittens
     zijn een afspiegeling van
          vóór de zondeval.

Comments

Popular Posts