DE TUIN ONTSTAANSGESCHIEDENIS IN ZEVEN SEPTETTEN @MartinKageling
DE TUIN
ONTSTAANSGESCHIEDENIS
IN ZEVEN SEPTETTEN
Ter nagedachtenis aan
Nel Breeschoten – De Haas
De Illustraties bij deze gedichten zijn door haar gemaakt.
De Illustraties bij deze gedichten zijn door haar gemaakt.
BEGIN
Zes dagen werkte de monnik aan het initiaal:
eerst God de Vader in een rijk vergulde hemel,
dan Adam en Eva in een tuin waar het wemelt
van de dieren en – indachtig het Bijbelverhaal –
rustte hij wat en bad zijn rozenkrans op dag zeven,
want even kwam de Tuin door zijn talent tot leven,
en bad en werkte toen weer voort aan een missaal.
SCHEPPING
Het
is het hoge ruisen door de bomen
dat
mij wakker maakt uit mijn allereerste slaap
en
als ik de droge aarde van mijn lijf af schraap,
is
het of ik bevrijd word uit oeroude dromen,
van
water en land, dag en nacht, van plantengroei
en
dieren, man en vrouw – een Tuin in volle bloei.
De
bomen ruisen als de Schepper is voorbijgekomen.
NAMEN
Ze
hebben zich vandaag al vroeg bij mij verzameld
en met z'n allen kijken ze mij vol verwachting aan:
een belangrijk ogenblik breekt aan in hun bestaan,
zij ontvangen namelijk op deze dag hun namen.
Ik raak hun vacht, veren en schubben aan en luister
naar wat het ruisen van de kruinen mij influistert,
herhaal dan: Tapir, Bergeend, Nachtpauwoog, Varaan.
en met z'n allen kijken ze mij vol verwachting aan:
een belangrijk ogenblik breekt aan in hun bestaan,
zij ontvangen namelijk op deze dag hun namen.
Ik raak hun vacht, veren en schubben aan en luister
naar wat het ruisen van de kruinen mij influistert,
herhaal dan: Tapir, Bergeend, Nachtpauwoog, Varaan.
SAMEN
Mijn
taak is het om voor deze Tuin te zorgen,
te
zien of alle dieren wel gelukkig samenzijn,
maar
als ik daarmee bezig ben, voel ik vage pijn,
meer
een verlangen – waarnaar, blijft verborgen.
Net
voor ik in slaap val in de maanbeschenen nacht,
begint
het boven me te ruisen – heel onverwacht,
dan
ontwaak ik, samen, in de zonovergoten morgen.
VRUCHT
De
Tuin wordt afgegrensd door diepe stromen.
Wij
eten van elk gewas dat vrucht voortbrengt.
Alleen
van de boom der Kennis is het ons streng
verboden
om zelfs al aan een blad te komen:
De
vrucht van deze kennis behoort toe aan God
en
daarom geldt voor Zijn schepselen dit verbod,
zo
ruist het dwingend door de late bomen.
VLUCHT
Dan
horen wij door alle kruinen onze naam.
Adam,
waar ben je! – verscheurt de
avondstilte.
Onze
onbeschermde lijven rillen in de plotse kilte.
Wij
slaan op de vlucht en voelen ons beschaamd,
want
wij hebben onze mensengrenzen overschreden.
De
Tuin wordt door een engel vlammend afgesneden.
Langzaam
glijdt een slang tussen de takken vandaan.
VERDER
De
toegang tot De Tuin zit nu voorgoed op slot,
een engel waakt met vurig zwaard over de gaarde.
De vrouw baart zonen, de man bewerkt de aarde,
omdat zij zich niet hielden aan het Goddelijk gebod.
een engel waakt met vurig zwaard over de gaarde.
De vrouw baart zonen, de man bewerkt de aarde,
omdat zij zich niet hielden aan het Goddelijk gebod.
Als
de offerrook in ochtendnevel wordt gesmoord,
wordt één zoon het slachtoffer van broedermoord.
wordt één zoon het slachtoffer van broedermoord.
Dromen
van het Paradijs bepaalt voortaan hun lot.
Comments
Post a Comment