KINDERTIJD @MartinKageling
KINDERTIJD
1.
Aan
zo'n schooldag kan hij maar niet wennen,
steeds
zijn steelse luxaflexblik in de stille straat,
uit
de bedompte volte waar het hart trager slaat,
om
te gaan razen onder het huiswaarts rennen.
2.
Zo'n
weg van huis naar school valt echt niet te vertrouwen:
in
de galmende portieken slaat op ieder ogenblik een deur,
tegen
de tuinmuur een auto met een dode aan
het stuur –
vaak
dreigt dan ook nog onweer achter flatgebouwen.
3.
Zo'n
spel voor blote voeten en bebloste wangen,
scanderend
afgeteld, met de handen in de lucht,
hij
calculeert zijn kans op een onopgemerkte vlucht,
nog
vóór de slotregel: 'En de laatste zullen we vangen'.
4.
Er
liepen door zo'n school meneren en mevrouwen
die
juf of meester heetten met soms een naam erbij,
je
moest altijd goed opletten bij wat zo iemand zei,
je
mocht ook op het plein geen kauwgom kauwen.
5.
Zo'n
schoolplein heeft hij nog nooit begrepen,
na
een zoemer mengt er zich bruut met braaf,
in
de hiërarchische structuur van heer en slaaf,
tussen
gekrijte pijlen en markeringsstrepen.
6.
Ook
zo'n straf was het om na te moeten blijven,
de
zon wacht in de straat – onbezonnen kindertijd,
hoe
raakt hij van zijn leven ooit die beelden kwijt,
dan
door te schrijven, altijd maar regels schrijven.
Comments
Post a Comment