TIEN KWATRIJNEN RONDOM DE DOOD VAN HARRY MULISCH

TIEN  KWATRIJNEN  RONDOM  DE  DOOD 
VAN  HARRY  MULISCH

ZATERDAG 30 OKTOBER 2010
VANDAAG TWEE JAAR GELEDEN




I.
Een God een God, een woord een woord –
zo sprak de Schepper hoog
en spande langs het Amstelland, als een ultieme groet,
Zijn zeven kleurenbanen tot spectrale ereboog.
Dit keer niet na een water- , maar na een woordenvloed.

II.
Hem te ontdekken is mijn levenslange procedure,
hem aan- en af te leren heb ik beide geprobeerd.
Gaan de eeuwigheid en hij elkaar voortaan verduren?
Dan hebbe God zijn ziel – of anders omgekeerd.

III.
Zijn vooruitziende blik
reikt voorbij de laatste snik,
want met eigentijds gevoel voor duurzaamheid
schreef hij altijd al voor de eeuwigheid.

IV.
Conform het mysterie van de dood
heeft het orakel onverstoord
voor de vorsers van zijn woord
het raadsel nog maar eens vergroot.

V.
Niet alleen de stad maar ook de wereld uitgevaren
naar zijn verdwijnpunt in de oneindigheid,
schrijft hij voortaan in voorgoed voltooide tijd,
en in de tussentijd verstreken hier twee jaren.

VI
Eens oversteeg verondersteld verband
in de willekeur der losse incidenten
mijn met ratio en logica besmet verstand
en beleefde ik mijn eerste Mulischmomenten.

VII
Die avond, staande achter het katheder,
sprak hij van Castro, Provo en zijn schrijverij
(sigaretten toverend uit zijn grijsblauwe blazer),
met woorden die bestemd leken voor mij.

VIII
Literatuur wordt tot ego-epiek die geurt
naar doodgekookte bloemkooldampen,
waardoor men nauwelijks wordt opgebeurd,
zonder strohalm om zich aan vast te klampen.

IX
Aan het einde van de dag nog uitgedaagd
te worden af te dalen in de zwarte aarde,
is van hem ten slotte toch te veel gevraagd –
liever de sprong der paarden weer gewaagd.

X
Als de muzikanten hem gaan beklagen,
wordt een snik in toets en snaar gesmoord.
De laatste kans om hem op handen te dragen.
Verder klezmer – enkel klezmer na zijn woord.

Comments

Popular Posts